Oude wadgeul nu natuurgebied en waterberging

Het meest opvallende fenomeen in het Kruiszwin is de zeer sterke kwel van zout grondwater. Zilte tot brakke omstandigheden zijn een zeldzaamheid geworden. Er komen riet- en graslanden voor met veel brakke soorten, waaronder zulte, zilte rus, zilte schijnspurrie, aardbeiklaver en stomp kweldergras. Deze bijzondere vegetatie maakt het Kruiszwin tot een spannend wandelgebied waar altijd veel te zien is. Het gebied heeft ook waterberging als functie. Bij hevige regenval lopen de laagste delen onder water. Dit voorkomt wateroverlast in de rest van de polder. De verwachting is dat dit één keer in de vijf jaar gebeurt. In het gebied zijn sinds het voorjaar van 2015 twee ijsvogelwanden die vanaf een bruggetje zijn te zien.

Tot in de 19e eeuw was de huidige Kop van Noord-Holland een waddengebied. Het Kruiszwin werd indertijd omgeven door kwelders en slikken. Na inpoldering veranderde de omgeving langzaam in bollenland, maar in het Kruiszwin zelf komen nog steeds brakke levensgemeenschappen voor. Een unieke situatie.

De de inpolderingen van de Waddenzee is de huidige Kop van Noord-Holland ontstaan. Met de inpoldering van 1846 ontstond de Anna Paulownapolder waar het Kruiszwin in ligt. De geschiedenis van het oude wad krekensysteem is ook na inpoldering nog steeds goed uit het landschap af te lezen. Het Kruiszwin bijvoorbeeld, maakte onderdeel uit van het grote wad krekensysteem dat vervolgens via het Lage Oude Veer uitmondde in de Waddenzee.

Deze bijzondere situatie in het Kruiszwin biedt ook grote kansen voor de verdere ontwikkeling van brakke tot zoute levensgemeenschappen. Door middel van een natuurontwikkelingsproject worden bollenvelden in de directe omgeving omgevormd tot zilte grasland- en moerasvegetaties.

Index

1. Kraai

2. Kauw

3. Gele Kwikstaart

4. Bruine Kiekendief

5. Kleine Karekiet

6. Rietgors

7. Rietzanger

8.Temmincks strandloper

9. Puttertje

 

 

1. (11 juni 2023) Kraai:

De Zwarte Kraaien vormen de vrijbuiters van de vogelwereld, altijd loerend op een kans de nesten van andere vogels te plunderen. De Zwarte Kraaien verzamelen zich vaak in grote zwermen om te foerageren of te roesten en aarzelen niet roofvogels lastig te vallen.

2 (11 juni 2023) Kauw:

Hoe de natuur van slechte grond iets mooi kan maken, is te zien bij Anna-Paulowna, langs de N249. Het land hier wilde nooit deugen voor landbouw, want het zat vol met zoute kwel. Dit is niet zo verwonderlijk, omdat er vroeger een wad kreek heeft gestroomd. Een kromme sloot, de Kruiszwin, is daar nog een restje van.

3. (11 juni 2023) Gele Kwikstaart:

4. (11 juni 2023) Bruine Kiekendief...man: 

Van de kiekendieven die in Nederland voorkomen, is de bruine kiekendief verreweg de algemeenste. Hij is een echte moerasvogel, met een voorkeur voor rietland. 

 De Bruine Kiekendief heeft lange gele poten en houdt zijn vleugels tijdens trage jachtvlucht in opvallende V. 

Volwassen mannetjes hebben opvallende zwarte vleugelpunten, grijs in de vleugels en een grijze staart. Vrouwtjes groter, geheel bruin met een roomwitte kruin, keel en vleugelboeg.

5. (11 juni 2023) Kleine Karekiet: 

6. (12 april 2024) Rietgors: Het mannetje is in het voorjaar en in de zomer duidelijk herkenbaar aan zijn pikzwarte kop, keel en boven borst, een witte 'sjaal' en een vaalbruine rug met zwarte strepen. De vuilwitte onderzijde heeft een lichtgrijs gestreepte stuit. De flanken bevatten zwartrode strepen. De staart is bruinzwart met wit. Het vrouwtje is bruin met een geelbruine onderzijde. Boven de ogen heeft ze een lichte oogstreep, verder zwart-witte baardstrepen en strepen op de stuit, borst en flanken.

Vanaf een boom of struik in het rietland zingt hij zijn lied. Het voedsel bestaat uit slakken, rupsen en kevers, in de winter zaden.

Het legsel bestaat uit drie tot vijf grijsblauwe tot roodbruine eieren en zwartbruine stippen, in een goed verborgen nest op de grond of in de struiken.

De rietgors is een talrijke broedvogel in de laag gelegen delen van Nederland. Tussen de jaren 1979 en 1985 waren er 79.000 tot 85.000 broedparen.Volgens SOVON steeg dit aantal significant in de periode 1990-2007. Rond 2007 broedden er mogelijk 100.000 paar in Nederland. De soort staat niet op de Nederlandse Rode Lijst. Heel anders is de situatie in Vlaanderen. De rietgors staat daar op de Vlaamse Rode Lijst als bedreigd. De gors staat als niet bedreigd op de internationale Rode Lijst van de IUCN.

7. (12 April 2024) Rietzanger:

8. (5 mei 2025) Temmicks strandloper: Een van de minst opvallende steltlopers is de Temmincks strandloper. Dit komt door zijn geringe grootte, maar ook onopvallende kleed en onopvallende gedrag. Ze 'kruipen' haast laag over schaars begroeide moddervlaktes met kleine schokkende bewegingen. Doorgaans zijn ze alleen of in kleine groepjes samen met andere steltlopers aan te treffen. Als een van de weinige steltlopers heeft hij gelige poten in plaats van zwart. Een kleinere strandloper die op moddervlaktes vaak tussen lage begroeiing foerageert op muisachtige, sluipende manier. Kop en borstband bruingrijs, poten geel en staartzijdes wit. In het voorjaar vaak in zomerkleed, waarbij zwarte veren met oranje rand weinig opvallen boven grijzige dekveren en slagpennen. In het najaar vaak onvolwassen vogels met een meer egaal grijsbruin uiterlijk en donkerdere borstband.

Temmicks strandloper: Een van de minst opvallende steltlopers is de Temmincks strandloper. Dit komt door zijn geringe grootte, maar ook onopvallende kleed en onopvallende gedrag. Ze 'kruipen' haast laag over schaars begroeide moddervlaktes met kleine schokkende bewegingen. Doorgaans zijn ze alleen of in kleine groepjes samen met andere steltlopers aan te treffen.

Broedt op toendra, in Nederland vaak in het binnenland dan wel bij zoet water, langs oevers en slikranden, en op plasdrasgebieden. Niet op het wad. Broedt in mei - juni in arctisch gebied, en in Scandinavië zuidelijk bijna in geheel Noorwegen tot Oslo. Nest is niet veel meer dan enkele blaadjes en twijgjes in kuiltje op de grond. Eén of twee legsels per jaar met 3 à 4 eieren. Broedduur 21 - 22 dagen en daarna nog 15 - 18 dagen voordat de jongen kunnen vliegen. Als voedsel eet ie kleine insectjes van het wateroppervlak of het slik/ de modder, zoals muggenlarven.

Trekt al vanaf eind juni weg uit broedgebied, aankomst in Noord-Afrika eind juli en vanaf oktober in de tropen. In Nederland in juli, augustus en begin september te zien, maar met name op terugtrek in het voorjaar eind april en mei. Foerageert vaak alleen, maar trekt in kleine groepen tot 150 - 250 individuen.

9. (5 mei 2025): De putter, ook bekend als de distelvink, is een prachtige vogelsoort die veel voorkomt in Nederland. Deze vogels staan bekend om hun kleurrijke verenkleed en unieke gedrag

Putters zijn vaak te vinden in verschillende habitats in Nederland, waaronder tuinen, parken, en open velden. Ze geven de voorkeur aan gebieden met veel distels, omdat deze planten een belangrijk onderdeel vormen van hun dieet. De putter staat bekend om zijn sociale gedrag. Ze leven vaak in kleine groepen en communiceren met elkaar door middel van zachte zang en roepgeluiden. Deze vogels zijn ook bekend om hun acrobatische vliegkunsten.

Putters zijn een beschermde vogelsoort in Nederland. Het is belangrijk om hun habitat te behouden en te zorgen voor voldoende voedselbronnen, zoals distels, om hun populatie te ondersteunen.